Mobiele stad

Méér openbaar busvervoer: Aalstenaars hebben er recht op. Of het nu voor vrije tijd, de school of het werk is, je hoeft de wagen niet te gebruiken als er genoeg en stipte bussen rijden. Met bussen in de vroegere en latere uren geraken Aalstenaars die in ploegen werken op het werk en terug thuis. We willen dus investeren in die extra bussen. En we willen de 104 bushaltes terug die het stadsbestuur en Jean-Jacques De Gucht in Aalst lieten schrappen. Zo blijven Aalst en haar wijken voor iedereen bereikbaar.

Met gratis openbaar vervoer schakelen we een versnelling hoger. Gratis bestaat niet, denk je misschien wel? Aalst toont zelf aan dat gratis en meer openbaar vervoer wel degelijk kan. In 2022 kon je tijdens Cirk gratis met de bus van en naar Aalst reizen. De Lijn legde zelfs extra bussen in. Drie dagen gratis op de bus: Het is een begin, maar Aalst kan ongetwijfeld beter doen.

Kijk maar naar Duinkerke: Een stad met ongeveer evenveel inwoners als Aalst, eveneens met industrie in de nabijheid, en net zoals bij ons met een groot carnavalsfeest. Sinds september 2018 kun je er het hele jaar door gratis de bus nemen. Het aantal busreizen steeg van 9 miljoen in 2017 naar 20 miljoen in 2022. Jongeren tussen 15 en 25 jaar maken volop gebruik van de gratis bussen. Waar wacht Aalst op om de bussen niet drie dagen, maar het hele jaar door gratis te laten rijden?

We leggen gratis randparkings aan. Je moet er niet betalen om je auto te parkeren. We maken dus niet de fout die het stadsbestuur en Optimal Parking Control (OPC) maakten: Parkeren langs de Dender betalend maken in de hoop auto's naar de NMBS-parking te leiden. Dat plan werkte duidelijk niet. De stationsparking staat namelijk zo goed als leeg. Maar OPC verdient wel aan het parkeren langs de Dender. Door de randparkings gratis te houden, moedigen we Aalstenaars aan om hun auto daar te parkeren.

Vanuit gratis randparkings geraken we vlot in de stad en naar huis. Dat kan dankzij gratis bussen die regelmatig tussen de randparkings, de stad en de woonwijken reizen. Dat kan ook door veilige fietsroutes vanuit de randparkings uit te stippelen. Zo raken de Aalstenaars gemakkelijk waar ze moeten zijn. We maken de stad en de woonwijken meer leefbaar. Hoe meer auto's op de randparkings parkeren, hoe minder uitlaatgassen we binnenkrijgen en hoe meer ruimte er vrijkomt.

Aalstenaars moeten veilig met de fiets kunnen rijden. Om kinderen veilig naar school te brengen. Voor jouw vrije tijd. En voor woon-werkverkeer. Met de invoering van de zone 30 en de fietsstraten is de fietsveiligheid binnen de ring verbeterd. Maar drie jaar na de invoering van het circulatieplan liggen er nog steeds geen veilige fietsroutes naar de bedrijventerreinen in Aalst. De lage fietscijfers voor het woon-werkverkeer in Aalst zijn duidelijk: 19 percent van de Aalstenaars, of iets meer dan 6.000 op 33.000 loontrekkenden, maakt gebruik van de fiets om te gaan werken.

Door veilige fietsroutes naar de bedrijventerreinen aan te leggen, moedigen we werknemers aan de fiets in plaats van de auto te nemen. We geven prioriteit aan gescheiden fietspaden:

• Op de verschillende bedrijventerreinen, zoals nu al in de Hekkestraat het geval is.
• Aan de Tragel naar de bedrijventerreinen in Hofstade en Gijzegem.
• Aan de Pierre Corneliskaai en de afrit van het viaduct naar het Wijngaardveld.
• Vanuit het centrum naar het bedrijventerrein Aalst Zuid in Erembodegem. Zo verbinden we het centrum met de fietsroute vanaf de Ninovesteenweg en Churchillsteenweg.

De invoering van het circulatieplan ging gepaard met de lancering van deelsteps en later elektrische deelfietsen in de stad. Hoe handig deze deelsteps en -fietsen ook zijn, het rondslingeren ervan is een doorn in het oog van veel Aalstenaars. Het stadsbestuur liet inmiddels dropzones afbakenen. Maar we moeten tegelijkertijd Dott, het bedrijf dat de deelsteps en -fietsen beheert, responsabiliseren. Per deelstep of -fiets die niet in een dropzone staat, moet Dott een boete aan de Stad Aalst betalen. Voor Dott zal dat geen probleem zijn: Haar grootste geldschieter is Sofina, de holding van de miljardairsfamilie Boël. De opbrengst van de boetes investeren we in fietsinfrastructuur in Aalst.

We willen zwaar vervoer zoveel mogelijk uit de stad houden om de veiligheid op de weg te verbeteren en om de uitstoot te verminderen.

We beginnen bij Tereos, het bedrijf dat pal in het stadscentrum ligt, en veel gebruik maakt van vrachtwagens om grondstoffen te vervoeren. “Onze site in Aalst is bereikbaar via het water, het spoor en de weg. We maken zoveel mogelijk gebruik van de binnenvaart en de trein om onze grondstoffen, vooral tarwe, aan te voeren.”, schrijft Tereos op de website van haar fabriek in Aalst. Maar op de gemeenteraad in 2022 zei de directeur van de site in Aalst ook: “Het is goedkoper per vrachtwagen dan per trein” als reden waarom er nog zoveel vrachtverkeer bij Tereos is.

Tereos is een winstgevend bedrijf, zowel het moederbedrijf als de fabriek in Aalst. Er is geen enkel financieel argument om vrachtverkeer af te bouwen en in te zetten op treinvervoer en transport over het water. Het stadsbestuur moet bindende doelstellingen opleggen aan Tereos en ervoor zorgen dat het bedrijf deze nakomt.